0476 89 7008
secretariaat@vjv.be
Facebook
LinkedIn
VJV - Vlaamse Juristenvereniging
  • Home
  • VJV
    • Doel
    • Historiek
    • Bestuur
      • Organisatie
      • Administratie
      • VZW
    • Partners
    • Zusterverenigingen
    • Disclaimer
  • Lidmaatschap
    • Toetredingsformulier
    • Boekenvoordeel
  • Nieuwsbrief
  • VJV-rubriek RW
  • Column
  • Werking
    • Activiteiten
    • VJV-juristenreizen
  • Archief
  • Contact

Column

Home Column


Recht als facilitator van vooruitgang

22/05/2023proesmans

Recht als facilitator van vooruitgang

Sven Lievens, Mandaatassistent aansprakelijkheidsrecht en risicoverzekeringen, Universiteit Antwerpen

2023/05

Doembeelden, onheilspellende berichten en onzekerheid lijken schering en inslag in onze dagelijkse levens. Via schreeuwerige berichten op ‘sociale’ media kunnen we niet ontkomen aan hoe verschrikkelijk de wereld er aan toe is. De wereld werd een dorp, waarin we ons vrijelijk kunnen bewegen, als ware het een fietstocht van Oostende tot Blankenberge. Als we al die wereldse gevaren via oplichtende schermen onder onze neus geschoven krijgen, is het niet moeilijk dat we van de gedachte doordrongen zijn dat gevaar en instabiliteit achter elke hoek schuilgaan. Het leidt bij vele mensen tot begrijpelijke vormen van pessimisme en defaitisme.

Toch blijkt die angst onnodig. De wereld was nog nooit zo veilig, de kindersterfte nooit zo laag, de algemene welvaart nooit zo hoog. Optimism is a moral duty, maar ook de feiten treden die morele plicht bij. Dat betekent uiteraard niet dat dit tijdsgewricht – overigens net als alle voorgaande – met belangrijke uitdagingen wordt geconfronteerd. Klimaatverandering, polarisatie, de rol van artificiële intelligentie, bescherming van de democratie en de mensenrechten, de strijd tegen eenzaamheid, … De voorbeelden zijn legio en elke realist kan en mag deze niet ontkennen.

Recht kan net daar optreden als facilitator van vooruitgang en als schriftelijke weerslag van vooruitgangsdenken. Recht mag dan wel geen kant-en-klare oplossing bieden voor de hedendaagse uitdagingen, het heeft wel als ordeningsmechanisme van de samenleving een scheppende en performatieve kracht. Het verandert de wereld door te zijn, minstens zet het aan tot verandering. Het geeft uiting aan gedeelde waarden, aan wat ons verbindt over generaties heen. Recht is schatplichtig aan zij die ons voorgingen, dienstbaar aan zij die nu zijn en indachtig wie komen zal.

Recht als ordeningsmechanisme heeft, ten eerste, de kwaliteit om de geschikte balans aan te geven tussen zekerheid en flexibiliteit om een stabiel ondernemings- en investeringsklimaat te creëren. Het moet de kaders aanreiken waarbinnen de oplossingen van de toekomst kunnen worden gevonden. Zo behoort het recht bijvoorbeeld de omkadering te bieden waarbinnen innovatieve technieken kunnen floreren of kan het via een vergunnings- en belastingbeleid het gedrag van mensen richting geven. De afwezigheid van een dergelijk kader leidt tot stilstand en onzekerheid. De stikstofcrisissen in Nederland en Vlaanderen waren daarvan duidelijke illustraties.

Recht behoort, ten tweede, op tijdige en preventieve wijze de grenzen af te bakenen van het toelaatbare. Het is de taak van wetgevers om de uitdagingen die op ons afkomen op voorhand te capteren en een helder beleid te voeren gebaseerd op wetenschap én ethiek. Zo dient het regelgevend kader rond artificiële intelligentie de mogelijke gevaren af te wenden en misbruik te beteugelen. Een heldere set aan afspraken kan de bevolking geruststellen waardoor de positieve eigenschappen van nieuwe technologieën sneller worden omarmd. Tegelijkertijd moet men zich behoeden dat te stringente rechtsregels de brede uitrol van bepaalde technologie vertragen. Neem het voorbeeld van productaansprakelijkheid: het is nuttig dat door een dreigende aansprakelijkheid producenten van innovatieve technologieën een financiële incentive krijgen om hun producten zo veilig mogelijk op de markt te brengen, tegelijkertijd kan de snellere beschikbaarheid van de nog niet afgewerkte technologie nuttiger zijn voor de samenleving en zelfs levens redden. Een rechtseconomische benadering met een afweging van zowel het risico als het nut voor de samenleving om tot aansprakelijkheid te besluiten, zou innovatie kunnen stimuleren.

Ten derde kan recht de maatschappij tevens ten goede komen door op doordachte wijze niet toepasselijk te zijn. Zo kunnen regelvrije of regelarme zones, de zogenaamde regulatory sandboxes, de optimale omstandigheden creëren om welvaart, gezondheid en vooruitgang te bewerkstelligen. Door een vernieuwende techniek onder een regelarme stolp te plaatsen, zal het potentieel ervan veel sneller tot wasdom komen. Ook deregulering, het opheffen van bestaande regels, hoort in datzelfde rijtje thuis. Door te schrappen wat niet langer past, snijden we het juridische kader beter toe op de huidige samenleving. Het vermindert de externe kosten inzake compliance en versterkt daarbij het vrije initiatief.

Ten slotte mag de symbolische werking van recht niet worden onderschat in haar vermogen tot vooruitgangsdenken. Zo vormen soft law documenten vaak de symbolische demarcatielijnen waarbinnen latere oplossingen zullen worden gevonden. Niet enkel omdat soft law vaak via open normen juridisch bindend kan worden, maar ook omdat het de schriftelijke weerslag vormt van de meest fundamentele ethische, filosofische of anderszins wetenschappelijke basisinzichten die een probleem kunnen oplossen. Daarenboven draagt symboliek ook bij tot ingebeelde gemeenschappen. Zo biedt, op gemeentelijk niveau, een regenboogzebrapad inzicht in wie we willen zijn teneinde te zullen zijn. Hetzelfde geldt voor een preambule in een grondwet. Het vormt de basisidee hoe we samen een toekomstverhaal zullen schrijven.

Afsluitend dient te worden benadrukt dat de wereld niet compleet maakbaar is. Niet iedereen zal zich steeds aan regels houden, niet iedereen deelt de veruitwendigde waarden in symbolische regels. Het is dan ook van belang in het achterhoofd te houden dat een concrete wereld niet volledig te vatten is in een abstracte rechtsregel en bijgevolg het streven naar het nulrisico niet alleen onrealistisch, maar ook onwenselijk is. Wel mogelijk is om kosten en baten helder af te wegen, uitdagingen op tijdige en preventieve wijze waar te nemen en op basis daarvan stap voor stap de kaders aan te reiken waarbinnen oplossingen mogelijk zijn. Recht fungeert in dat proces, soms praktisch ordenend en soms symbolisch, als facilitator van vooruitgang en vooruitgangsdenken. Het bewustzijn daarover mag gerust nog wat groeien.

Lees Verder

Welke “op regels gebaseerde internationale orde” willen we? Gorik Ooms

02/05/2023Yolanda

 

Welke “op regels gebaseerde internationale orde” willen we?

Gorik Ooms, beleidsadviseur bij HERW!N en mensenrechtenexpert verbonden aan de Universiteit Gent

2023/04

Martti Koskenniemi krijgt dit jaar een eredoctoraat van de VUB. Koskenniemi is een wereldwijde autoriteit in internationaal recht en één van de weinigen die ik zowel tot de ‘realistische’ als tot de ‘idealistische’ school zou rekenen.

De idealisten, dat zijn diegenen die geloven dat meer (en beter) internationaal recht nodig is. Dat internationaal recht kan helpen om een soort gelijkwaardigheid tussen alle mensen te bewerkstelligen, ook zonder een mondiale regering. Onder de idealisten zijn er ook constitutionalisten, die geloven dat bepaalde internationale verdragen nu al een soort grondwet voor een ‘op regels gebaseerde internationale orde’ vormen. De realisten zien in internationaal recht zowel een uitdrukking als een instrument van ongelijke machtsverhoudingen. De machtigste staten maken regels voor de problemen waar zij van wakker liggen en vegen, als het hen uitkomt, hun laarzen aan bestaande regels die hen in de weg zitten. Voor de realisten kan je maar beter één of meerdere goedaardige supermachtige staten hebben want op goede afspraken alleen kan je niet rekenen.

Dat Koskenniemi zowel het respect van zowel de idealistische school als de realistische school krijgt heeft misschien te maken met zijn carrière als diplomaat voor Finland, tijdens en na de koude oorlog. Als vertegenwoordiger van Finland, geprangd tussen de Sovjet Unie en het Westen, moest je wel hopen op een op regels gebaseerde internationale orde – en tegelijkertijd voldoende militaire macht opbouwen om je buur recht in de ogen te kunnen kijken.

De brutale poging tot kolonisering van Oekraïne door Rusland laat zowel de idealisten als de realisten perplex achter. De realisten zien hun standpunt bevestigd, maar dan op een nog extremere manier dan ze hadden gedacht. Elke staat die op een geloofwaardige manier kan dreigen met een kernoorlog kan blijkbaar zelfs de meest essentiële internationale regels met de voeten treden. De idealisten zijn het noorden helemaal kwijt. Er is niet alleen de agressie door Rusland, maar ook het feit dat een verbazend groot aantal staten weigert die agressie te veroordelen. Ze vormen wel een minderheid, die staten, maar ze ‘vertegenwoordigen’ wel de meerderheid van de wereldbevolking – op al dan niet democratische wijze.

Wie (zoals ik) contacten met Afrikaanse juristen onderhoudt is wellicht niet van haar of zijn stoel gevallen. Dit zat eraan te komen. Zelfs de grootste idealisten – wat mensenrechten en ander internationaal recht betreft – in armere landen zijn bijzonder sceptisch over de idee van een op regels gebaseerde internationale orde. Het Westen promoot mensenrechten. Het Westen belooft al meer dan een halve eeuw lang om 0,7% van zijn bbp aan internationale samenwerking te besteden, maar komt die belofte niet na – en dat maakt de verwezenlijking van sommige mensenrechten onmogelijk. Het Westen gebruikt het Internationaal Monetair Fonds en de Wereldbank om regeringen van armere landen te verbieden om voldoende uit te geven voor de verwezenlijking van het recht op onderwijs en van het recht op gezondheid. Het Westen sluit zijn grenzen en luchthavens wanneer er een pandemie dreigt aan te komen en houdt alle vaccins voor zich. De opwarming van de aarde, in grote mate veroorzaakt door de historische uitstoot van het Westen, wordt in snel tempo de belangrijkste oorzaak van menselijke miserie, maar de beloofde compensaties blijven uit.

Toen ik nog les gaf aan de London School of Hygiene and Tropical Medicine wierpen mijn studenten – vooral de uit Afrika afkomstige studenten – het me vaak voor de voeten. Is dit de op regels gebaseerde internationale orde die je verdedigt? Mijn standaard antwoord bestond uit drie delen. Ten eerste, er zit progressie in. De Conferentie van Berlijn (1884-1985), dat waren 15 witte mannen, rond een tafel ergens ver van Afrika, waar ze grenzen trokken op een ruwe kaart, grenzen waarvan vele vandaag nog altijd gelden in internationaal recht. Een dergelijke extreme vorm van dominantie bij het bepalen van internationale regels zou vandaag ondenkbaar zijn. Ten tweede, zelfs als ze het enkel uit eigenbelang doen hebben machtige staten de samenwerking van minder machtig staten nodig: dat schept ruimte voor onderhandelingen. Ten derde, wat is het alternatief? Geen internationaal recht? Dan krijgen we een situatie die valt onder de noemer ‘anarchie’ en daar gaan vooral de minder machtige staten echt niet beter van worden.

Vandaag zou ik net dezelfde argumenten gebruiken, maar dan in omgekeerde volgorde. We staan dichter dan ooit bij een vorm van mondiale anarchie die we nog niet eerder hebben gekend, precies omdat de nood aan samenwerking groter is dan ooit. Elkaar met rust laten – de kerngedachte van het Westfaalse soevereiniteitsconcept – is geen optie meer, en zou trouwens enkel werken als alle staten zich eraan hielden, quod non. Zelfs de machtige staten beseffen nu dat een op regels gebaseerde internationale orde ook voor hen van levensbelang kan zijn; dat schept ruimte voor evenwichtigere onderhandelingen. Progressie is mogelijk – we weten hoe, de meest noodzakelijke regels zijn al geschreven – en hoogdringend.

Als we een op regels gebaseerde internationale orde nog willen redden dan verplicht een realistische inschatting van de huidige situatie ons om allemaal idealist te worden. Ervoor zorgen dat Ruslands poging tot kolonisatie van Oekraïne mislukt is stap één, ervoor zorgen dat de meerderheid van de mensheid een internationale rechtsorde wil – en wil verdedigen – is stap twee. Het wordt hoog tijd dat we al onze beloftes nakomen.

 

Lees Verder
© 2018 All rights reserved. VJV.